Honing is het bijenprodukt gemaakt van de nectar van planten. Nectar bestaat voornamelijk uit enkel- en meervoudige suikers. Door toevoeging van enzymen worden de meervoudige suikers omgezet in enkelvoudige suikers. Deze worden door het menselijk lichaam gemakkelijker verwerkt dan meervoudige suikers, waardoor honing beter voor de mens is dan geraffineerde suiker.
Het waterpercentage van de nectar is afhankelijk van de plant en het weer. De bijen "dikken" de nectar in om deze vervolgens op te slaan als hun wintervoorraad. Vervolgens onttrekken ze er zoveel mogelijk water aan, zodat het suikergehalte stijgt tot boven de 80%. Daarna verzegelen ze de cel waar ze de honing in bewaren met bijenwas, zodat deze rijpt. De imker zal alleen verzegelde honing oogsten, omdat niet-verzegelde honing snel bederft.
Honingdauwhoning ( blad- of boshoning ) is honing gemaakt uit het uitscheidingsprodukt van bladluizen. Dat uitscheidingsprodukt bevat nog genoeg suikerhoudende vloeistof om voor bijen interessant te zijn als voedselbron.
De dracht:
Bijen verzamelen hun voedsel tot op een afstand van 5 kilometer van de kast.
Dit gebied wordt de bijenweide genoemd. In het gebied van de bijenweide zal de imker moeten zorgen dat de bijen voldoende voedsel = nectar kunnen halen, er zullen dus voldoende bloemen moeten staan om nectar uit te kunnen halen.
wordt vervolgd...